De oorzaken van scheuren in gietstukken tijdens het bakken zijn relatief complex en hebben te maken met verwarmingssnelheid, materiaalkwaliteit, constructietechnologie en andere aspecten. Hieronder volgt een specifieke analyse van de oorzaken en bijbehorende oplossingen:
1. Verwarmingssnelheid is te snel
Reden:
Als de verhittingssnelheid tijdens het bakken van gietstukken te hoog is, verdampt het water in de gietstukken snel en ontstaat er een hoge stoomdruk. Wanneer deze de treksterkte van het gietstuk overschrijdt, ontstaan er scheuren.
Oplossing:
Ontwikkel een redelijke bakcurve en regel de verwarmingssnelheid op basis van factoren zoals het type en de dikte van het gietproduct. Over het algemeen moet de eerste verwarmingsfase langzaam zijn, bij voorkeur niet hoger dan 50 °C/u. Naarmate de temperatuur stijgt, kan de verwarmingssnelheid naar behoefte worden versneld, maar deze moet ook worden gecontroleerd op ongeveer 100 °C/u - 150 °C/u. Gebruik tijdens het bakproces een temperatuurrecorder om temperatuurveranderingen in realtime te volgen en ervoor te zorgen dat de verwarmingssnelheid aan de eisen voldoet.
2. Probleem met de materiaalkwaliteit
Reden:
Onjuiste verhouding van toeslagmateriaal tot poeder: Als er te veel toeslagmateriaal en te weinig poeder is, neemt de bindingskracht van het gietstuk af en ontstaan er gemakkelijk scheuren tijdens het bakken. Te veel poeder daarentegen verhoogt de krimp van het gietstuk en veroorzaakt ook gemakkelijker scheuren.
Onjuist gebruik van additieven: Het type en de hoeveelheid additieven hebben een belangrijke invloed op de prestaties van het gietstuk. Overmatig gebruik van waterreducer kan bijvoorbeeld leiden tot een te hoge vloeibaarheid van het gietstuk, wat leidt tot segregatie tijdens het stollingsproces en scheuren tijdens het bakken.
Oplossing:
Controleer de kwaliteit van de grondstoffen strikt en weeg grondstoffen zoals toeslagmaterialen, poeders en additieven nauwkeurig af volgens de formule-eisen van de fabrikant. Inspecteer en screen de grondstoffen regelmatig om te garanderen dat hun deeltjesgrootte, gradatie en chemische samenstelling aan de eisen voldoen.
Voer bij nieuwe partijen grondstoffen eerst een kleine steekproef uit om de prestaties van het gietmateriaal te testen, zoals vloeibaarheid, sterkte, krimp, enz. Pas de formule en de dosering van het additief aan op basis van de testresultaten en gebruik de grondstoffen vervolgens op grote schaal nadat ze zijn gekwalificeerd.
3. Problemen met het bouwproces
Redenen:
Ongelijkmatige menging:Als het gietproduct tijdens het mengen niet gelijkmatig wordt gemengd, worden het water en de additieven daarin ongelijkmatig verdeeld en ontstaan er scheuren tijdens het bakken vanwege prestatieverschillen tussen de verschillende onderdelen.
Onverdichte trillingen: Tijdens het gietproces veroorzaken onverdichte trillingen poriën en holtes in het gietstuk. Deze zwakke onderdelen zijn gevoelig voor scheuren tijdens het bakken.
Onjuist onderhoud:Als het waterniveau op het oppervlak van het gietstuk na het gieten niet volledig gelijk blijft, verdampt het water te snel. Hierdoor ontstaat er overmatige krimp en scheuren in het oppervlak.
Oplossing:
Gebruik mechanische menging en houd de mengtijd strikt in de gaten. Over het algemeen bedraagt de mengtijd van een dwangmenger minimaal 3-5 minuten om een gelijkmatige menging van het gietproduct te garanderen. Voeg tijdens het mengproces een geschikte hoeveelheid water toe om het gietproduct de juiste vloeibaarheid te geven.
Gebruik bij het trillen geschikte trilgereedschappen, zoals trilstaven, en tril in een bepaalde volgorde en met een bepaalde tussenruimte om ervoor te zorgen dat het gietstuk dicht is. De triltijd is geschikt om geen luchtbellen of zinken op het oppervlak van het gietstuk te vormen.
Na het gieten moet het uitharden tijdig plaatsvinden. Plasticfolie, natte stromatten en andere methoden kunnen worden gebruikt om het oppervlak van het gietstuk vochtig te houden. De uithardingstijd bedraagt over het algemeen minimaal 7-10 dagen. Voor grote volumes gietstukken of gietstukken die in omgevingen met hoge temperaturen worden geproduceerd, kunnen ook sproeiuitharding en andere maatregelen worden genomen.
4. Probleem met de bakomgeving
Oorzaak:
De omgevingstemperatuur is te laag:Wanneer er gebakken wordt in een omgeving met lage temperaturen, verloopt het stollen en drogen van het gietbare materiaal langzaam en kan het gemakkelijk worden ingevroren, wat leidt tot interne structurele schade en dus scheuren.
Slechte ventilatie:Als de ventilatie tijdens het bakproces niet soepel is, kan het verdampte water uit het gietstuk niet op tijd worden afgevoerd. Het hoopt zich op in het gietstuk en veroorzaakt hoge druk, waardoor er scheuren ontstaan.
Oplossing:
Wanneer de omgevingstemperatuur lager is dan 5 °C, moeten er verwarmingsmaatregelen worden genomen, zoals het gebruik van een verwarmingselement, stoompijp, enz. om de bakomgeving voor te verwarmen, zodat de omgevingstemperatuur vóór het bakken stijgt tot boven de 10 °C-15 °C. Tijdens het bakproces moet de omgevingstemperatuur ook stabiel worden gehouden om te grote temperatuurschommelingen te voorkomen.
Zorg voor een goede ventilatie tijdens het bakproces. Afhankelijk van de grootte en vorm van de bakapparatuur kunnen meerdere ventilatieopeningen worden geplaatst en kan de grootte ervan naar behoefte worden aangepast om een soepele afvoer van vocht te garanderen. Zorg er tegelijkertijd voor dat u gietproducten niet direct bij de ventilatieopeningen plaatst om scheuren door te snelle droging te voorkomen.


Geplaatst op: 7 mei 2025